Naar: overzicht van alle publicaties
In Balen waren de oorlogsjaren relatief onbloedig voorbijgegaan, maar in september 1944 liep de spanning op, niet in het minst door de verhevigde acties van de verzetsbewegingen en de represailles door de Duitsers die daarop volgden.
Op 6 september 1944 was er op de Markt een confrontatie tussen enkele leden van de “Witte Brigade” per fiets en enkele Duitse militairen per auto die mekaar toevallig tegenkwamen. Na die clash werden Duitse troepen uit Mol naar Balen gezonden om orde op zaken te stellen. Het eerste onschuldige slachtoffer daarvan was Rikske Segers die in de Vaartstraat doodgeschoten werd.
Enkele dagen nadien, 9 september, werden twee jongemannen uit Mol, die per fiets van de Lieven Heerstraat op weg waren naar Rosselaar, op de Langvennen aangehouden omdat ze een korf met duiven bij zich hadden. Zij werden hardhandig verhoord, gemarteld en doodgeschoten. Hun lijken werden achteloos in Schoor gedropt.
Op maandag 11 september werden alle inwoners van Balen gesommeerd hun huizen te verlaten en het dorp te ontruimen, want het voortdurend wisselende front raakte onze gemeente. Verschillende Duitse troepen stonden opgesteld in Hoolst, Schoor, Schoorheide tot aan de grens met Leopoldsburg. In de Malou stonden ondermeer verschillende 88mm-kanonnen verdoken opgesteld. De manschappen waren ingekwartierd bij de mensen van de wijk. De inwoners van Schoorheide waren om een of andere reden niet op de hoogte van het ontruimingsbevel. In de vooravond valt een troep jonge Duitse soldaten (SS?) binnen in enkele woningen en ze dwingen 10 mannen naar de Antverpialaan te marcheren. Daar worden ze gedwongen hun graf te graven en worden vervolgens afgemaakt met machinegeweren en pistolen.
Wonderlijk toeval of slordige haast bij de Duitsers? Twee van de tien: Nand Ruymaekers en Toor Gypen zijn niet dood, maar wel zwaar gekwetst, want geraakt door meerdere kogels. Als de Duitsers verdwenen zijn en de avond gevallen, kruipen Toor en Nand uit hun graf en slepen zich naar een hoeve in de buurt. Dankzij de onverschrokken moed van twee jonge Balense vroedvrouwen-verpleegsters komen zij de volgende dag terecht in het gasthuis van Balen. Huisdokter Kemps dient hen daar de eerste levensreddende zorgen toe.
Twee dagen na de feiten, 13 september 1944, is Balen verlost van de Duitsers en worden de twee zwaar gewonde mannen naar het ziekenhuis van Mol overgebracht. Zij herstellen beiden en vertellen hun ijzingwekkende verhaal nadien tot in lengte van jaren.
De zoektocht naar de daders van die oorlogsmisdaden wordt gevoerd door diverse instanties: eerst de Balense commissaris van politie E. Vos en de rijkswacht, vervolgens door de Belgische militaire missie bij het Engelse leger, door officieren van Civil Affairs en tenslotte door commissarissen van de Belgische Staatsveiligheid. Het nooit-gepubliceerde rapport van de Commissie van Onderzoek naar Oorlogsmisdaden wijst de commandeur van het 6de F.J.Regiment aan als verantwoordelijk voor het bloedbad, maar die conclusie is onvoldoende bewezen.
Colofon:
Mertens Kamiel: “Duitse oorlogsmisdaden in Balen, september 1944 – De feiten – Het onderzoek”; Studium Generale vzw, Balen, 2012; 105 pp; formaat A4, illustraties z-w; softcover gelijmd; ISBN 978-90-76967-45-5.
Meer informatie: Duitse oorlogsmisdaden in Balen – september 1944